Welke generaties vind je bij jouw organisatie?

De meeste organisaties hebben mensen van verschillende generaties aan het werk. Dat zijn er inmiddels 4: naast de babyboomers, generatie X en millenials doet generatie Z ook al mee. En nummer 5, de Alpha’s, zijn in aantocht. Elke generatie met zijn eigen gedragingen en inbreng. Maar welke zijn dit en hoe vind je dit terug in jouw organisatie?

Ieder individu heeft zijn eigen unieke kenmerken. Maar er zijn wel overkoepelende kenmerken per generatie te vinden. Elke generatie wordt namelijk gevormd door ontwikkelingen in een bepaalde periode, zoals economie, natuurrampen en oorlogen. Die gebeurtenissen zijn mede van invloed op iemands persoonlijkheid en identiteit. We zoomen in op hoe dit bij de babyboomers, generatie X, millenials en generatie Z tot uiting komt.

Generatie NIX

Generatie X (1961-1980) wordt ook wel generatie NIX genoemd. Deze groep 42 t/m 61-jarigen maakten in hun ontwikkeling namelijk een periode van economisch verval mee. Het was moeilijk om werk te vinden met hoge jeugdwerkloosheid als gevolg. Maar er was ook sprake van digitalisering met de komst van de computer en internet. En steeds meer vrouwen gingen werken. Er wordt geschat dat wereldwijd 50% van de leidinggevende functies door deze generatie wordt uitgeoefend. Mensen uit deze generatie zijn verbinders en praktisch ingesteld, optimaliseren graag processen. Ze zijn no-nonsense en benaderen diversiteit op een positieve manier.

Grenzeloze generatie

Generatie Z, ofwel de grenzeloze generatie, is 10 t/m 26 jaar en met 26% van de wereldbevolking de grootste levende generatie. De oudsten van deze groep stappen nu de arbeidsmarkt in. Voor deze digital natives is ontwikkeling belangrijker dan geld. Ze gaan graag nieuwe uitdagingen aan en willen echt iets bijdragen. Leven intens en in vrijheid. Deze generatie werkt hard, kan goed multitasken en wil begrijpen hoe dingen werken, stellen vragen. Autoriteit hebben ze liever niet, wel een inspirerende en moderne werkomgeving.

Iedereen geboren tussen 2013 en 2025 behoort tot generatie Alpha. Een deel ís dus nog niet eens geboren. De oudsten zijn 9 jaar, het zal nog even duren voordat zij de arbeidsmarkt op gaan. Deze generatie weet niet beter dan ‘altijd aan’ te staan, ze groeien van jongs af aan op met de smartphone, AI, automation en 5G-netwerken. Hoe zal hun omgeving eruit zien tegen de tijd dat zij gaan werken? In ieder geval high-tech. Om deze generatie straks te verwelkomen doe je er als organisatie goed aan mee te gaan met alle ontwikkelingen.

Generatieverschillen in de praktijk

Wat merken medewerkers van generatieverschillen op hun werkvloer? Om daar achter te komen, vroeg Olympia twee flexkrachten naar hun ervaring met het werken met collega’s van andere leeftijden.

Annemieke, werkzaam bij de GGD

Annemieke werkt voor de GGD op de mengkamer. Hier wordt gecontroleerd of vaccins goed klaargemaakt zijn. Een heel precies werkje. Na een korte uitleg over welke generaties er zijn zegt Annemieke: “Oh wat grappig, mijn zus en mijn zoon zijn dus van dezelfde generatie!”. Over wat ze merkt van generatieverschillen op het werk vertelt ze: “Ik werk op de RAI, een XXL locatie van de GGD. Hier werken dus ontzettend veel mensen, van alle leeftijden. Het viel me op hoe de jonge ouders omgaan met hun kinderen als ze geprikt worden. Dat deden wij vroeger anders. Ik vind deze generatie jonge ouders heel beschermend naar hun kinderen. Je moet ze natuurlijk geruststellen hè, maar soms overdrijven ze wel. Er wordt van alles aan de kinderen beloofd wat ze krijgen als ze meewerken. Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen die langskomt.”

Over collega’s die jonger zijn zegt ze: “Ik merk dat de jongere medewerkers taakgerichter zijn. Als het even rustig is, bedenken ze niet makkelijk zelf wat ze kunnen doen. Ik help ze dan op weg en dan doen ze het wel.” En lachend: “Er zitten wel prinsjes en prinsesjes bij hoor! Maar ik besef goed dat ik in de na-oorlogse wederopbouw ben grootgebracht. Met een ‘hard werken’ en vooral ‘niet zeuren’ mentaliteit. Ik geniet ook van het samenwerken met jongeren. Ze zijn zo zelfbewust en wijs. En vragen veel, dat is leuk. Het belangrijkste vind ik dat we naar elkaar omkijken. Wie of hoe oud je ook bent.”

Generatie Z (grenzeloos) – Daniel (25 jaar), stansoperator bij een katoenfabriek

We bellen Daniel om 13 uur wakker, hij heeft net nachtdienst gehad. Dat doet hij twee keer per week. Gelukkig is hij toch in voor een praatje. Daniel werkt als stansoperator bij een katoenfabriek. Hij houdt in de gaten of de machines goed blijven draaien. Op de vraag wat hij merkt van leeftijdsverschillen bij collega’s antwoordt hij: “De meeste mensen hier zijn 40 á 50 jaar. Ouder dan ik ben. Maar we werken altijd goed samen en kletsen over van alles. Wat ik wel merk, is dat de oudere collega’s een tikkeltje eigenwijs kunnen zijn. Ze weten uit ervaring wat goed werkt en staan daardoor niet altijd open voor nieuwe oplossingen. Ook doen ze het graag zelf, terwijl ze het soms beter een collega kunnen laten doen. Want die leert daar alleen maar van. Maar ik heb het idee dat hun kennis en een groot vertrouwen in ‘weten wat werkt’ de oudere collega’s daarbij soms in de weg zitten.”