Werken en WW, dit zijn de gevolgen voor jouw uitkering
Ontvang je een WW-uitkering, dan mag je daarnaast werken. Je bent zelfs verplicht om te blijven solliciteren. Ook vergroot je hiermee jouw kansen op een vaste nieuwe baan, omdat je namelijk ervaring blijft opdoen. Een deel van de inkomsten uit dit werk wordt verrekend met je uitkering. Maar hoe kun je dit berekenen? En wat is de invloed van je salaris op de hoogte van de uitkering en dus je totale inkomen?
Hoe groot is het deel van je inkomsten dat wordt verrekend? Dat werkt als volgt. Je WW is op het moment dat je nog niet werkt, je maandinkomen. Verdien je met jouw werk meer dan 87,5% van dit maandloon, dan heb je geen recht meer op WW. Je verdient dan te veel voor een uitkering omdat je met jouw inkomsten beter in je eigen levensonderhoud kan voorzien.
Aanvullende WW-uitkering bij een lager salaris
Verdien je minder dan 87,5% van jouw maandloon? Dan ontvang je nog een aanvullende WW-uitkering. De berekening hiervan gaat als volgt:
- het bedrag van je WW-uitkering wordt verminderd met de inkomsten uit jouw werk
- de eerste twee maanden dat je werkt, krijg je 75% van je WW-uitkering min de inkomsten uit je werk
- na deze twee maanden krijg je 70% van je WW-uitkering (min de inkomsten uit werk).
Let op: je telt het bedrag dat je met je nieuwe baan verdient, hierbij op. Totaal heb je dus een hoger maandinkomen. Werken naast een WW-uitkering loont! En nog beter, je vergroot de kans op een baan waarbij je genoeg verdient om zonder WW-uitkering te kunnen.
Bekijk voor de berekening ook het rekenvoorbeeld in de volgende alinea.
Minder uren werken
Stel dat je werkt met een WW-uitkering, maar minder uren of parttime gaat werken voor hetzelfde loon. Wat heeft dit voor gevolgen? Je inkomen uit werk wordt in dat geval minder. Het bedrag waarmee je uitkering verminderd wordt, is lager. Je zal dan in verhouding meer WW-uitkering ontvangen dan toen je meer uren werkte. Maar in je totale maandinkomen kun je erop achteruitgaan. Dit klinkt best ingewikkeld. Daarom laten we je met een rekenvoorbeeld zien hoe dit werkt.
Rekenvoorbeeld WW-uitkering en werken
- Stel, je had een bruto-inkomen van € 3.000 per maand. Je WW-uitkering is dan:
70 % van € 3.000 = € 2.100. - Je bent inmiddels gedeeltelijk aan het werk en verdient hiermee maandelijks € 1.000. Het UWV trekt je inkomsten uit werk af van je vroegere loon: € 3.000 – € 1.000 = € 2.000. Je WW-uitkering wordt daarmee: 70% van € 2.000 = € 1.400.
Je totale inkomen is je verdiende salaris € 1.000 + € 1.400 uitkering = € 2.400 bruto per maand. Je hebt € 300 bruto meer inkomen, dan wanneer je niet had gewerkt.
- Nu ga je minder uren werken. Je inkomsten dalen naar 800 euro. Het UWV trekt dan minder af van je vroegere loon: € 3.000 – € 800 = € 2.200. Je WW-uitkering wordt: 70% van € 2.200 = € 1.540.
Je inkomsten zijn nu: je verdiende salaris € 800 + € 1.540 uitkering = € 2.340 bruto per maand. Je totale inkomsten dalen met € 60 per maand.
Meer weten over werken met WW?
Twijfel je over jouw situatie? Vraag het dan aan je UWV-adviseur. Kun je hulp gebruiken bij het vinden van werk? Olympia Werkvertrouwen begeleidt jou graag in het ontdekken van je talenten en het vinden van werk dat er voor jou toe doet. Neem contact met ons op.
